Het orgaan dat nodig is voor niertransplantatie kan uit twee bronnen worden verkregen: van een levende donor (meestal een familielid) en een kadaver (een persoon met hersendood). Na de operatie is het ziekenhuisverblijf 1-3 weken in omstandigheden waarin alles geschikt is. In de eerste 6 maanden na transplantatie is voorzichtigheid geboden om het orgaan te beschermen en opportunistische infectie te voorkomen. Onder geschikte omstandigheden duurt deze operatie 2-4 uur. Zoals elke operatie zijn eigen risico's heeft, heeft een niertransplantatie ook enkele risico's.
Wat is orgaantransplantatie?
Orgaantransplantatie is de operatie waarbij een orgaan uit het donorlichaam wordt verwijderd en vervolgens in een ontvangend lichaam wordt geplaatst om een beschadigd of ontbrekend orgaan te vervangen. De te transplanteren organen of weefsels kunnen van levende lichamen of kadavers worden genomen. Transplantatiegeneeskunde is een van de meest uitdagende en complexe gebieden van de moderne geneeskunde. De organen die tegenwoordig met succes kunnen worden getransplanteerd, zijn het hart, de nieren, de lever, de longen, de pancreas, de darm, de thymus en de baarmoeder. De sleutel tot orgaantransplantatie zijn afstotingsproblemen zoals de immuunrespons van het lichaam op het getransplanteerde orgaan, wat resulteert in mogelijk falen van de transplantatie en de noodzaak om het orgaan onmiddellijk bij de ontvanger te verwijderen.